In deze blogserie laten we je kennismaken met de mooiste regio's in de wijnwereld. Deze keer Toscane. Glooiende heuvels, wuivende cipressen en afgeladen met wijngaarden. Wat maakt Toscane tot zo'n enorm populaire wijnregio? Je leest het in dit blog!
“Wine is sunlight held together by water”
Bekende uitspraak van Galileo. En hij kon het weten als Toscaan. Wanneer wij aan Toscane denken, zien we meteen van die schattige heuvelwegen met overal wijngaarden voor ons. Niet gek, want dat is wel hoe het overgrote deel van Toscane er uitziet. Buiten de grote steden als
Florence, Siena, Pisa en Lucca vind je er vooral heel veel wijngaarden. Want het Toscaanse klimaat is ideaal voor wijn, met name de stevige rode jongens. Er waait altijd een zachte (of hete) bries vanaf de zee. Dat zorgt voor zachte winters en warme zomers. Met een wat regenachtige lente en herfst heb je een ideaal groeiseizoen voor de druiven. De bodem is over het algemeen een mix van zand en mergel, maar de beste wijnen komen van grond waar je 'albarese' vindt; een okerkleurige, kalkachtige rotssoort die voor veel kracht in de wijn zorgt.
De nr. 1 druif...
...is de Sangiovese, letterlijk vertaald 'bloed van Jupiter. Meest aangeplante druif in Italië, maar in Toscane levert 'ie de meeste kwaliteitswijn. Sangiovese rijpt laat in het seizoen. Daardoor is 'ie wat zuur en heeft de wijn flink wat tannine. Stevige wijn dus! Niet voor niks wordt Sangiovese beter met de jaren. Door zijn tannines en houtrijping kun je ze gemakkelijk 5 tot 10 jaar bewaren. Je proeft veel pruimen, kersen, tabak en leer. Maar bovenal is 'ie hartig; dat maakt Sangiovese ideaal bij harde kazen, rood vlees en wild.
De bekendste streken
Hoewel Toscane met zijn 70.000 hectare aan wijngaard gigantisch veel wijn levert, springen er 3 streken qua bekendheid bovenuit. Allereerst Chianti, de streek die lang bekend stond voor de
simpele bulkwijn in de mandflesjes die in menig pizzeria aan het plafond hangen. Tegenwoordig is de kwaliteit veel beter en heeft het de DOCG-status, met daaronder meerdere classificaties. Chianti herken je aan het zwarte haantje op het etiket. Kleiner en exclusiever is Montalcino, bekend van de Brunello di Montalcino. Een donkerrode wijn van 100% Sangiovese. Brunello's zijn wat fruitiger dan Chianti's. Daarom worden ze weleens vergeleken met Bourgognes. Als laatste Montepulciano, in het zuiden van Toscane. Hier vind je de Vino Nobile -nobele wijn- die voor minimaal 70% uit Sangiovese bestaat. Vaak aangevuld met de inheemse Canaiolo of Mammolo, of Cabernet Sauvignon en Merlot. Heel stevige wijn die gauw 2 tot 3 jaar rijpt op Franse vaten.
Wat je ooit eens geproefd moet hebben...
...is Vin Santo! Deze dessertwijn wordt gemaakt van Trebbiano of Malvasia. De druiven worden eerst ingedroogd op stromatten. Dan worden ze geperst en samen met de most in kleine vaatjes gedaan, en wordt het een paar jaar gerijpt. Resultaat: een volzoete dessertwijn met aroma's van frambozen, rozijnen, karamel en honing. Even dopen in cantuccini, en genieten maar! Vin Santo is niet goedkoop, maar zeker de moeite waard om te proeven!
Kortom...
Toscane biedt zoveel moois! Sloof je eens uit in de keuken met een goeie vleespasta, een gegrild stuk vlees, of een harde kaasplank en pak een Toscaanse wijn erbij. Genieten! En met dit blog kom je nog een beetje goed beslagen ten ijs aan tafel ;)
Comments